Van gebroken naar verbonden: gedeeld ouderschap, liefde na scheiding en de kracht van samengroeien
Door Karin van Dreumel – ZON voor jou
Scheiden is niet alleen het einde van een relatie, maar ook het begin van een nieuw hoofdstuk – vaak vol rouw, herontdekking, botsende emoties en onverwachte groei. In 2016 eindigde mijn relatie van bijna twintig jaar. Ik was moeder, partner, vrouw – en ineens alleenstaand. Mijn moederschap veranderde die dag voor altijd.
Waar ik ooit alle dagen moeder was, werd ik ineens moeder in de helft van de tijd. Een waarheid die me opbrak, die me leeg trok, en die ik lange tijd moeilijk kon bevatten.
Scheiden in cijfers – en in gevoel
In Nederland eindigt ongeveer één op de drie huwelijken in een scheiding. Jaarlijks zijn dat er zo’n 30.000, waarvan meer dan de helft kinderen heeft. Dat betekent dat ieder jaar ruim 50.000 kinderen te maken krijgen met gescheiden ouders. Het idee van ‘vechtscheiding’ is helaas geen uitzondering. Naar schatting verloopt bij ongeveer 1 op de 5 scheidingen met kinderen het contact ernstig problematisch – denk aan langdurige conflicten, rechtszaken, het niet nakomen van afspraken, of het onder druk zetten van kinderen.
Maar scheiding is niet alleen iets van juridische termen. Het is een rauw en menselijk proces. Je verliest niet alleen een partner, maar ook een stuk van jezelf, je toekomstbeeld, je dagelijkse ritme – en als je kinderen hebt, soms ook de helft van je ouderlijke rol.
50% moeder: het ondraaglijke gevoel
Na mijn scheiding kon ik niet bevatten hoe diep het zou voelen om mijn kinderen maar de helft van de tijd bij me te hebben. Opeens waren er weken waarin ik alleen aan de ontbijttafel zat. Zondagen zonder kleine voetjes op de vloer. Een wasmand zonder kinderkleren. En het geluid van stilte in huis.
Mijn moederschap was niet verdwenen – maar het voelde alsof het doormidden was gesneden. Die 50% was geen evenwichtig gedeeld ouderschap, het voelde als verlies. Een dagelijks gemis dat ik nergens helemaal kwijt kon.
Geen ruimte voor een nieuwe liefde
Na mijn scheiding stond ik totaal niet open voor een nieuwe relatie. De gedachte alleen al maakte me moe. En als het toch ooit zou gebeuren, dacht ik, dan hoopte ik dat het een weduwnaar zou zijn. Ik kon me simpelweg niet voorstellen hoe ik liefde zou moeten delen met de kinderen van een andere vrouw. Het idee dat ik mijn kinderen “moest delen” was al pijnlijk genoeg – laat staan dat ik iemands anders kinderen mee zou moeten opvoeden, of dat een andere vrouw – de nieuwe partner van mijn ex – een stukje moederschap van míj zou dragen.
Maar het leven heeft een manier van zachter worden wanneer je er ruimte voor laat.
Een liefde zonder eigen kinderen
Mijn huidige partner ontmoette ik onverwacht – niet gepland, niet gezocht. Hij had geen kinderen, maar verwelkomde die van mij met een open hart. Geen forceren, geen rivaliteit. Hij zag hen vanaf het begin als zijn verantwoordelijkheid – en inmiddels, als zijn kinderen. Dat is voor mij nog steeds een wonder. Want in hem vond ik geen bedreiging voor mijn moederschap, maar juist een bondgenoot.
Maar dit artikel gaat niet over hem – al ben ik hem eindeloos dankbaar.
Dit gaat over de andere vrouw in het leven van mijn kinderen: hun “extra moeder”.
De nieuwe moederfiguur – en de lange weg ernaartoe
Toen mijn ex een nieuwe relatie kreeg, voelde dat aanvankelijk als een messteek. Niet omdat ik hem terug wilde, maar omdat ik wist: mijn kinderen krijgen nu nóg een moederfiguur. Zij krijgt de tijd die ik met ze mis. En wat als ze straks haar geheimen toevertrouwen die ik niet mag horen? Wat als…
In het begin wilde ik haar eigenlijk niet zien. Elk contact was ongemakkelijk, beladen. Ik kon het gewoonweg niet aan. De eerste keren dat we elkaar zagen, was het kort en beleefd. Niets meer, niets minder.
Maar met de jaren kwam er iets anders. We leerden elkaars intenties kennen. Haar liefde voor mijn kinderen bleek oprecht. En mijn angst – dat ik vervangen zou worden – bleek ongegrond. We groeiden in onze rollen. We leerden overleggen. We maakten grapjes. We trokken onze neuzen op als de kinderen weer iets puberaals uitspookten.
We doen het nu echt samen. We wonen zelfs vijf huizen van elkaar. En dat voelt goed. Niet geforceerd, niet ideaal, maar écht.
Samen ouders zijn, samen groeien
Gedeeld ouderschap is geen wiskundige verdeling, maar een relationele dans. Je moet leren omarmen wat je niet hebt gekozen. Je leert mild te kijken naar de ander, omdat je je kinderen centraal staan.
En uiteindelijk – als je open durft te blijven – kun je vinden wat ik gevonden heb: een soort nieuwe familie, met meerdere volwassenen die samen het beste willen voor hun kinderen.
Het is niet vanzelf gekomen. Het was geen rechte lijn. Maar het is gegroeid. En het blijft groeien.
Liefde na scheiding is mogelijk – in vele vormen
Liefde na een scheiding ziet er anders uit dan ervoor. Het is zachter, wijzer, voorzichtiger misschien. Maar het is ook eerlijker. Mijn kinderen zijn omringd door mensen die hen dragen. Niet ondanks de scheiding, maar dankzij hoe we ermee zijn omgegaan.
En als ik nu terugkijk op die eerste Moederdag zonder mijn kinderen – in 2017 – dan weet ik: die eenzaamheid heeft me gevormd. We spraken af – als net gescheiden ouders – dat ze op Moederdag altijd bij mij zouden zijn. En zo werd iets moeilijks, iets moois.
Mijn dochters hebben vanaf 2017 er een moeder en vanaf 2018 er een tweede vader bij, en vanaf toen wist ik: liefde is er in vele vormen. Soms groeit het tussen ruïnes. Soms woont het vijf huizen verderop. En soms bloeit het gewoon opnieuw, als je het durft toe te laten en letterlijk en figuurlijk de deur open durft te zetten.
Ik ben intens trots maar ook heel blij dat wij nu samen een gezin vormen, een gezin in een andere, nieuwe maar liefdevolle vorm. Regelmatig maak ik ook het grapje naar de kinderen waarin ik zeg: “Lieverds, jullie zijn gewoon te leuk voor maar 2 ouders”, dus er moesten er wel twee bijkomen…
Liefs,
Karin