Ik weet het nog goed. Mijn sportavond was heilig. Dacht ik. Tot de eerste snotneus verscheen, en daarna een driftbui, een vergeten spreekbeurt of een werkmail die “even tussendoor” moest. En ineens stond ik daar, zonder sportkleding, zonder ontspanning, maar mét een afgevinkte to-do lijst en een diepe zucht.

We willen het zo graag goed doen. Voor iedereen. De kinderen, het werk, het huishouden. En ja, de man – die gaat wél. Die pakt zijn sportmoment, zijn avondje uit, zijn biertje met vrienden. Niet omdat hij egoïstisch is, maar omdat het hem gegund wordt. Door zichzelf én door zijn omgeving.

Waarom blijven wij dan zo vaak achter?

Omdat we denken dat het moet. Omdat we zorgen. Omdat we ons verantwoordelijk voelen. Omdat we vinden dat we er altijd moeten zijn. En omdat we bang zijn voor wat anderen zeggen als we er een keer níét zijn.

Ook ik ben zo iemand. Iedere week neem ik me voor: deze keer maak ik tijd voor mezelf. Ik hoef dan wel niet naar het sporten, maar er is nog zoveel wat ik wil doen voor mezelf.  En iedere week kijk ik weer even terug. “Even weer niet gelukt.” Terwijl ik zó goed weet wat het me brengt als ik het wél doe.

De kracht van even weg zijn

Want weet je wat er gebeurt als je wél gaat? Als je even ontsnapt aan de wasmand, de schoolapp, het gezeur over tandenpoetsen en huiswerk?

Dan adem je weer. Je lacht met andere moeders. Je hoort dat jij niet de enige bent met schoolpleinhysterie of opmerkingen van de kinderopvang waar je haren van overeind gaan staan. (Tussen haakjes: ik kan inmiddels een boek schrijven over de meest belachelijke opmerkingen van mede-moeders, leidsters en andere opvoed-influencers. Maar goed. Dat terzijde.)

Je voelt je lijf weer. Je hoofd wordt zachter. Je komt thuis. Bij jezelf.

En dat, lieve vrouw, is geen luxe. Dat is noodzaak.

Waarom kiezen we er dan toch niet voor?

Omdat we denken dat we het eerst allemaal af moeten hebben. Omdat we ons schuldig voelen. Omdat we bang zijn dat de ander het niet redt zonder ons. Omdat we denken dat we moeten.

Maar wie bepaalt dat eigenlijk? Wie zegt dat jij pas mag ontspannen als alles klaar is? Niemand. En toch… doen we het steeds weer.

De man heeft tijd, de vrouw maakt hem niet

Het verschil zit hem niet in het aanbod, maar in de keuze. In de overtuiging. Mannen ervaren zelden de innerlijke strijd die wij hebben. Ze nemen die tijd. Omdat het voor hen logisch voelt. En omdat niemand hen vraagt: “Oh, ga jij sporten terwijl je kinderen ziek zijn?”

Wij vrouwen stellen die vraag wél. Aan onszelf, en soms ook aan elkaar. En dáár zit precies het probleem.

We maken het elkaar moeilijk. Niet bewust, niet kwaadwillig, maar wel pijnlijk. We klagen over elkaar, we vergelijken, we oordelen. In plaats van dat we elkaar steunen, aanmoedigen, ruimte geven. En ja, ik weet het. Ook ik doe eraan mee. Onbedoeld. Uit frustratie. Uit vermoeidheid.

Maar ik probeer. Iedere dag opnieuw. Iedere week opnieuw.

ZON voor jou – ruimte voor wie jij bent

In mijn studio ZON voor jou in Doetinchem werk ik met vrouwen die dit herkennen. Die zichzelf zijn kwijtgeraakt in het zorgen. Die altijd aanstaan, altijd rennen. En die verlangen naar rust. Naar tijd voor zichzelf. Naar zachtheid.

Samen maken we ruimte. Voor adem. Voor stilte. Voor beweging. Voor lachen. Voor voelen. Voor jezelf. Want als jij goed voor jezelf zorgt, kun je er pas écht zijn voor de ander.

 

Tot slot – een stukje van mij, Karin van Dreumel

Ook ik trap er steeds weer in. Ik geef, ik zorg, ik probeer te voldoen. En toch weet ik: als ik niet kies voor mezelf, doet niemand het voor me. Daarom probeer ik – steeds opnieuw – om het hardlopen of moment voor mezelf wél te halen. Om te ademen. Te lachen. Te voelen.

En weet je? Het lukt niet altijd. Maar elke keer als het wél lukt, weet ik weer waarom het zo belangrijk is.

Gun het jezelf. Gun het elkaar.

Liefs, Karin